Een filmisch godsbewijs – In memoriam Ingmar Bergman (1918-2007)

Skrien, september 2007

Door Colin van Heezik

Bergman? Was dat niet die man die in de jaren zeventig van die ‘sombere en oeverloze’ films met ‘zwaar psychologisch geneuzel’ signeerde? Skrien-redacteur Colin van Heezik schetst een ander beeld.

‘Filmen is een enorm erotische bezigheid’, schreef Bergman in zijn autobiografie Laterna magica (1987). ‘De nabijheid tot de acteurs is zonder voorbehouden, het wederzijds aan elkaar overgeleverd zijn is totaal.’ Dat kostte hem na zijn film Zomer met Monika (1953) wel zijn huwelijk. Hij had op de set een relatie met Harriet Andersson, terwijl zijn vrouw Gun met pasgeboren kind thuis zat. Maar het kon ook haast niet anders: de film is een overspel tussen cineast en actrice, waarin, tijdens het verblijf van Monika en haar vriend Harry op een eiland, Bergman zijn hoofdrolspeelster filmt als zijn eigen vakantieliefde. Wanneer ze ’s ochtends vroeg opstaat om buiten koffie te zetten is Bergman alleen met haar en huppelt ze over het eiland in haar ondergoed.

Zijn films waren niet licht, maar wel verlichtend. Zoals wanneer Andersson in Monika in de lens kijkt – een onvergetelijk shot. Monika’s ethiek is die van Bergman, de esthetiek is daar de uitdrukking van: de blik die elk oordeel onmogelijk maakt. Monika zit in een café met haar nieuwe minnaar, terwijl Harry hard aan het werk is om voor zijn gezinnetje de kost te verdienen. We zouden haar gedrag willen afkeuren, maar wanneer ze ons aankijkt dringt de onvermijdelijkheid door: zo gaat het nu eenmaal. Op het moment dat Harry thuiskomt en Monika met haar minnaar in hun slaapkamer ziet, projecteert Bergman een licht vierkantje op zijn onbewogen gezicht. Dit is het beeld dat bij hem binnendringt en hem even later doet overgeven, verder zien we niets.

Ook Geschreeuw en gefluister (1972) bevat zo’n moment van overspel. Alleen een schijnbaar saaie conversatie tussen man en vrouw en even later de man die zich in de borst schiet. Het drama speelt zich af in de harten van de personages en juist door niet alles te laten zien, hooguit een gezicht dat als een masker is en toch de waarheid verraadt, maakt Bergman dat drama voelbaar. Bergman besefte dat je in film zo’n gevoel van intimiteit kunt bereiken, als je de camera maar ziet als een instrument om langzaam door te dringen tot de personages. De leerling van Victor Sjöström filmde vooral vrouwen als geen ander, bedreef de liefde met hen middels zijn camera, maar nooit op een agressieve of voyeuristische manier. Eerder strelend, verkennend, verwonderend.

Wie in Het zevende zegel (1957) een zwarte film ziet omdat het over de dood gaat, is waarschijnlijk erg bang voor de dood. Terwijl de kijker die doodsangst juist even kan overwinnen, omdat Bergman de dood als personage een gezicht geeft. ‘Zijn er speciale regels voor artiesten?’, vraagt Max von Sydow aan de dood. Die zijn er niet, antwoordt de Dood – het zou een dialoog van Woody Allen kunnen zijn. Bergmans thema’s zijn niet zwaar, maar die van het leven zelf, en zijn manier van filmen is lichtzoekend. Licht was een obsessie voor zijn cameraman Sven Nykvist; Bergman zocht en vond licht in een donker universum. Zoals in De maagdenbron (1960), wanneer de zon doorbreekt en een beek ontstaat op de plek waar een jong meisje verkracht en vermoord werd. Het is een filmisch godsbewijs, het bewijs dat cinema troost kan bieden.

Van persoonlijke relaties verwachtte Bergman minder. Een zoon was voor hem niet meer dan iemand die hij verwekt had en van wie hij niet om die reden hoefde te houden. In Laterna magica vertelt hij hoe hij als jongetje ‘ziekelijke’ pogingen deed om de liefde en aandacht van zijn moeder te winnen, maar er al snel achter kwam dat hij haar met haar eigen wapen moest bestrijden: onverschilligheid. In zijn films was hij nooit onverschillig, maar in elk shot intens betrokken. Zoals in Persona (1966), ook zo’n ‘sombere en oeverloze’ film, maar wel één waarin Bergman een uitweg vindt uit de ontreddering: het is de mens zelf, de echte mens, die zijn masker afwerpt. Aan het eind rolt de film van de spoel en voel je je een stukje lichter.

Plaats een reactie